Borneo Blog - Reisverslag uit Kota Kinabalu, Maleisië van Evelien Vermeulen - WaarBenJij.nu Borneo Blog - Reisverslag uit Kota Kinabalu, Maleisië van Evelien Vermeulen - WaarBenJij.nu

Borneo Blog

Door: Evelien

Blijf op de hoogte en volg Evelien

22 Januari 2016 | Maleisië, Kota Kinabalu

Het is misschien een beetje laat, want inmiddels zijn we al vier weken thuis. Toch voelde ik enige sociale druk (Marjolein, ik zal geen namen noemen), om deze blog te schrijven.

We vlogen aan op Kota Kinabalu, een van de grote steden van Borneo. Kota Kinabalu staat niet echt bekend als een gezellige stad. Het is vooral een plek waar reizigers hun hike-vergunningen regelen om daarna hun reis voor te zetten naar bijvoorbeeld het bekende Mount Kinabalu. Vergeleken met wat we al gezien hadden van Maleisië, was het hier redelijk rustig. Er was nu niet echt een stadshart waar veel te beleven was. Er werd ook nog volop gebouwd in Kota Kinabalu. Waarschijnlijk als je over vijf of tien jaar hier terug komt is de stad volledig veranderd.

We kwamen aan het einde van de middag aan bij ons hostel. Nadat we even onze verdere reis bevestigd hadden, zijn we gaan eten bij de vismarkt. Vlak bij ons hostel, zat aan het water, een markt met heel veel keuze aan vis en andere zeedieren. Je kon aanwijzen wat je wilde hebben en het werd ter plekke voor je klaar gemaakt. Waar het in Penang nog best duur was om verse vis te eten, was het hier spot goedkoop. Dus we hebben het er van genomen. Drie grote krabben werden ‘Malasian-style’ voor ons klaar gemaakt. Het was een geknoei om op te eten, maar het was de moeite zeker waard. Het was erg lekker!

De volgende dag werden we al vroeg opgehaald. Met de auto werden we naar Manana gebracht. Manana is een strand, waar we een huisje op het strand hadden geboekt om daar een beetje te relaxen en te zwemmen. Het laatste stukje moesten we met de boot, want het strand was niet met de auto te bereiken. Ook het personeel en de boodschappen werden iedere dag met de boot opgehaald. Op Manana was niet heel veel te doen, maar daarom waren we er ook. We lagen in de hangmatten, als onze buren er niet al in lagen, we lazen een boekje, speelde wat kaartspelletjes en Ewout ging af en toe een stukje zwemmen. Het wakker worden bij Manana was het mooiste van ons verblijf daar. We sliepen met de luiken van onze kamer open. Als we dan wakker werden, zagen we vanuit ons bed de mooie blauwe lucht. Als we dan recht op gingen zitten zagen we het witte zand en de prachtige zee. De tweede dag hebben we een snorkeltrip gedaan. Op deze trip hebben we veel gekleurde visjes gezien, veel schelpjes en mooie stukken koraal. Die avond hadden we een seafood barbecue besteld. Hier hadden we ons erg op verheugd. Het was echter een grote teleur stelling. Alles wat op tafel kwam was koud en doorgebakken. Omdat Ewout ging klagen, werden er nog een paar nieuwe stukjes vis voor ons gebakken. Het was helaas niet heel veel beter. Hier bovenop kwam dat we het ook nog niet eens waren met de rekening die we de dag daarna kregen. Voor het snorkelen betaalden we veel meer dan dat op de prijslijst stond en de barbecue was ook zijn geld niet waard. Ewout hield gelukkig vol en we hebben ons dus niet verder laten oplichten door de manager. Manana had zo dus wel wat tegenvallers, maar als ik terugdenk aan dat mooie uitzicht word ik wel weer blij.

Na Manana gingen we weer terug naar Kota Kinabalu. We hebben hier nog de laatste boodschappen gedaan voor de trekking die de dag daarna op het programma stond. ’s Ochtends werden we opgehaald om naar het vliegveld te gaan en vlogen we naar Lahad Datu in een klein propellervliegtuigje. De veiligheidsinstructie bevatte niet eens het onderdeel over de zuurstofmaskers, want zo hoog ging ons vliegtuigje niet. Het voordeel van zo laag vliegen was dat we Mount Kinabalu heel erg goed konden zien vanuit het vliegtuig. In Lahad Datu werden we weer opgehaald om naar het begin punt van onze vierdaagse hike te gaan. Na een stukje rijden sloegen we met het busje een hobbelige, niet geasfalteerde weg in. We gingen niet heel veel harder dan 40 km per uur. Op de vraag hoe lang het ritje nog zou duren kregen we als antwoord: “nog twee uur”. Dat hadden we niet verwacht. Maarja, niets aan te doen, dus we zaten braaf onze tijd uit. Het kamp waar we heen gingen was best groot. Veel onderzoekers verbleven daar ook. We hadden een prima kamer met eigen badkamer (die ik pas echt waardeerde toen we terug kwamen van de hike). Deze kamer had ook een huisdier, waar ik niet zo fan van was. Ik kon een klein gilletje niet onderdrukken toen ik een tien centimeter grote dikke, zwarte met gele spin in een hoekje van de badkamer zag zitten. Mijn eerste reactie om Ewout te vragen deze op te ruimen, kon ik wél onderdrukken. Alle toiletten in Maleisië hebben een bideau, een doucheslang om je billen mee schoon te spuiten, dus dat werd mijn wapen. Ik had het doucheputje open gezet en met de bideau heb ik de spin door de badkamer gejaagd totdat ik raak schoot en de spin in het doucheputje verdween. (YES! OVERWINNING!)

Diezelfde middag gingen we met onze gids, twee Zwitsers en een Australische een eerste wandeling maken. Hierbij zijn we een groep aapjes tegen gekomen. Er waren ook moeders met jonkies bij, dat was heel schattig om te zien! ’s Avonds hadden we een nachtwandeling waarbij we een wat kleine dieren gezien hebben zoals een groen kikkertje en een wandelende tak.

De volgende dag begon het echte werk. Met dezelfde groep als gisteren en nog twee rangers gingen we op pad. We hadden speciale sokken gekregen tegen de bloedzuigers en dat was maar goed ook. Zodra we even stopten om een slokje te drinken kon je een stuk of vijf bloedzuigers van je benen af halen. We waren nog niet zo lang op pad toen we merkte dat Ewout zijn schoenzolen een beetje versleten waren en begonnen los te laten. Er zat alleen niet heel veel anders op dan door lopen.

We hadden flink de vaart er in, want er was een kans dat het zou gaan regenen en voor die tijd wilden we binnen zijn. Er was een smal pad midden door de jungle waar we overheen liepen. Soms was er een boom omgevallen over het pad en dan klommen we daar overheen. Halverwege moesten de schoenen uit want we moesten een stuk door een riviertje. Ik vond het een zware tocht. Het was warm en soms gingen we stijl omhoog. Naar beneden was niet heel veel fijner want je moest goed focussen waar je je voeten neerzette.

Het was fijn om bij het kamp aan te komen. Er waren daar kleine watervalletjes waar we in konden zwemmen met visjes die stiekem kei hard in je teen beten als je het niet verwachtte. Die middag zijn we ook nog naar grotere watervallen gehiked. Het laatste stukje was klimmen over de rotsen. Ik was echter niet zo’n held dus schuifelde heel voorzichtig over de stenen heen, bang om te vallen. Bij het kleine stroompje wat we over moesten, redde ik het niet om er op handen en voeten overheen te klimmen. Er werd geopperd dat ik er wel overheen zou kunnen springen. Niet volledig overtuigd waagde ik de sprong, landde op het gladde gedeelte, gleed uit en knalde op de grond. Gelukkig zonder schade en zonder een nat pak te halen.

De rangers maakten voor ons het avond eten. Tot nog toe hadden we iedere maaltijd (ontbijt, lunch en avond) gefrituurde kip gegeten. Het was dus geen verrassing wat er op het menu stond die avond. De nachtwandeling hebben Ewout en ik maar even overgeslagen, om Ewout z’n schoenen zo veel mogelijk te sparen. We hebben nog even lekker bij het vuur gezeten, voordat we op onze stretcher hammocks gingen liggen. Ik denk dat ik nog nooit zo oncomfortabel gelegen heb. Onze bedjes waren houten latten waar tussen een stuk zeil gespannen was met daar overheen een klamboe tegen de muggen. Het was voor mij dan ook een nachtje met weinig slaap, waarna de tocht terug weer begon. Het voelde zo goed om ook die hike te voltooien. Ik was echt wel een beetje trots op ons, want het kostte best wat doorzettingsvermogen. Al helemaal voor Ewout, die het de terugweg zonder zijn schoenzolen met profiel moest doen.

De laatste dag in Lahad Datu hebben we nog een sunrise tour gedaan, maar ze waren ons vergeten te vertellen dat het bewolkt zou zijn die dag.

Toen vlogen we weer terug naar Kota Kinabalu. We wilden ook nog graag een dag wildwater raften. Om 7 uur ’s ochtends werden we opgehaald met een busje. Bij het openen van de deur kwam een walm van instant noodles naar buiten en wij troffen vier smakkende Chinezen in ons busje (*zucht* hebben wij weer). Wij hadden ons sportief gekleed, terwijl zij met dure zonnebrillen en een regenjasje in de bus zaten. De bus bracht ons bij de trein en de trein reed ons langs de rivier naar het beginpunt waar we onze instructies kregen. Het was al gauw duidelijk dat onze Chinezen weinig Engels spraken. Ewout en ik tekende de eigen-risico verklaring en tekenden dat we begrepen hadden waarvoor we getekend hadden. Zij echter, keken waar onze handtekeningen stonden en deden het zelfde. De veiligheidsinstructies verliepen ook nogal moeizaam. Ze konden niet echt zwemmen en probeerden maar na te doen wat de instructeur deed. Op ééntje na, zij keek onverstoord voor zich uit, en sliep waarschijnlijk achter haar zonnebril. In de boot was het niet heel veel beter. Er gingen twee extra mensen mee om eventueel overboord vallende Chinezen op te vissen en Ewout en ik waren de enige die peddelden. We hadden het raften eigenlijk al bijna opgegeven en we vermaakten ons wel met de maffe dingen die de Chinezen deden. Toen we echter een andere boot tegenkwamen en die in konden halen, werden ze heel enthousiast. Ze begonnen opeens te peddelen en er werd ‘Chaio’ ‘Chaio’ geroepen om het tempo aan te geven. Het lukte zowaar om die andere boot in te halen. Vanaf dat moment zetten Ewout en de instructeur een ‘Chaio’ in als er weer eens gepeddeld moest worden. We weten nog steeds niet wat het betekende, maar dat maakte niet uit. Uiteindelijk hebben we een leuke dag gehad, in tegenstelling tot wat we ’s ochtends dachten.

Na Borneo zijn we terug gegaan naar Singapore. De vorige keer waren we echt verliefd op Singapore, dus we moesten gewoon nog even terug. Terug naar de botanical gardens, het lekkere eten, de goede sfeer. Gewoon nog even een paar dagen genieten!

Terug gaan naar Kuala Lumpur vond ik wel lastig, dat voelde voor mij wel een beetje als het einde van de vakantie. Vier weken leek zo lang en toen was het over. Het laatste dagje Kuala Lumpur hebben we gewoon in een parkje gezeten, een beetje lezen en niksen. Ik heb toen ook echt wel van het moment kunnen genieten en was gelukkig even niet bezig met het feit dat het onze laatste dag samen was.

De eerste keer afscheid nemen was lastig, de tweede keer voelde veel erger. Ik had toen ik weer in Melbourne thuis kwam ook echt een vakantie kater. Ik kwam thuis in een huis met drie nieuwe huisgenoten en naar een maand samen reizen was ik weer alleen. Gelukkig ben ik niet al te lang in dat gevoel blijven hangen. Ik mis Nederland (en alle mensen thuis) wel en ik kijk ook al weer een beetje er naar uit om weer naar huis te gaan. Toch heb ik het nu ontzettend naar mijn zin in Melbourne en doe ik weer allemaal leuke dingen. Ik ga weer proberen jullie beter op de hoogte te houden!

Liefs,

  • 10 Maart 2016 - 10:30

    Sop:

    Opnieuw prachtig Eefje, kan niet anders zeggen!
    xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Maleisië, Kota Kinabalu

Evelien

Actief sinds 26 Sept. 2015
Verslag gelezen: 240
Totaal aantal bezoekers 6725

Voorgaande reizen:

24 September 2015 - 19 Mei 2016

Eef naar Australië

Landen bezocht: